Een inbreker slaat toe in woningen waar hij op het eerste zicht makkelijk kan inbreken en waar de kans dat je hem betrapt klein is. Het komt er dus op aan de inbreker te ontmoedigen door het hem zo moeilijk mogelijk te maken.
Wat kan je doen?
- Maak je huis goed zichtbaar: zorg voor voldoende verlichting, laat je haag of omheining niet te hoog komen.
- Laat onbekenden niet zomaar binnen.
- Draag zorg voor je sleutels.
- Hang er geen labels aan.
- Laat ze niet aan de binnenkant van ramen of deuren zitten.
- Verstop ze niet onder de deurmat.
- Hou mee een oogje in het zeil. zie je iets verdachts? Bel dan onmiddellijk de politie.
- Zorg voor goede sloten en sluit alle toegangswegen tot je woning goed af.
- Praat niet met om het even wie over waardevolle spullen die je in huis hebt.
- Zorg voor buitenverlichting met bewegingssensoren.
Ben je een tijdje afwezig? Hou zeker rekening met volgende tips:
- Zorg er voor dat potentiële inbrekers jouw afwezigheid niet opmerken. Laat dus zeker geen afwezigheidsbericht op de deur voor de postbode of koeriersbedrijf.
- Plaats tijdschakelaars op enkele lampen en de radio.
- Breng je buren op de hoogte van je afwezigheid en vraag hen om een oogje in het zeil te houden.
- Vraag de buren of vertrouwenspersoon om de rolluiken op- en neer te laten, je brievenbus leeg te laten en eventueel zelfs om het gras te maaien.
- Geef geen ruchtbaarheid aan je vertrek. Maak je vakantie niet bekend op je Facebook-pagina.
- Sluit alle ruimen en deuren goed af, ook koepels, keldergaten en dakvensters.
- Laat gratis een diefstalpreventieadviseur langskomen om te controleren of je woning goed is beveiligd. Meer info vind je op de website van de lokale politie.