naar inhoud

Belastingen op tweede verblijf

De stad heft een belasting op de tweede verblijven op het grondgebied. Het tweede verblijf wordt immers niet geregistreerd als hoofdverblijfplaats waardoor de eigenaar niet bijdraagt in de aanvullende personenbelasting, hoewel de betrokkene wel gebruikmaakt van de gemeentelijke infrastructuur en dienstverlening. Er wordt een vrijstelling voorzien voor:

  • de tweede verblijven die geëxploiteerd worden als toeristische logies;
  • de woongelegenheden die effectief geïnventariseerd zijn op de gemeentelijke inventarislijst voor leegstaande woningen;
  • gebouwen waarvoor in hetzelfde jaar een vaststelling van meer dan 8 punten is gebeurd inzake de belasting op verwaarloosde gebouwen en terreinen.

De belastingplichtige moet jaarlijks met tenminste 3 bewijsstukken aantonen dat het om een tweede verblijf gaat. Het volledige reglement kun je op deze pagina downloaden.