naar inhoud

Wapenschild

Wapenschild stad Diksmuide

Sinds 1995 heeft het oude vertrouwde wapenschild van Diksmuide afgebeeld op onder andere briefhoofden, omslagen, auto's van de stad, plaats dienen te ruimen voor een meer eigentijds logo, weliswaar geïnspireerd op het oorspronkelijke wapen van de stad.
Het wapenschild van Diksmuide, heraldisch al vele eeuwen oud, is daarmee niet verdwenen. Het blijft het officiële embleem van de gemeente dat bij Koninklijk Besluit bevestigd is en verplicht op het stadszegel moet verkomen.
Bestuderen we dit Diksmuids "blauw-geel" wapenschild van naderbij, dan merken we dat dit ons zowel historisch als wapenkundig heel wat te vertellen heeft.

Heraldisch wordt het als volgt omschreven (We houden het hier bij het huidige officiële wapenschild van Diksmuide dat in de loop van de eeuwen wel enkele wijzigingen ondergaan heeft.): Gedwarsbalkt van acht stukken van goud en van lazuur. Het schild getopt met een stedekroon met vijf torens van goud"

Dit vraagt om wat uitleg. Kwestie van eenduidigheid hanteert de heraldiek of wapenkunde nu eenmaal een geijkt en oud taalgebruik (vertalingen meestal uit het Frans)

  • Wapenschilden kennen we in allerlei vormen. Toch verhielden omstreeks 1300 breedte en hoogte van het ruiterschild zich als 7 tot 8. Deze verhouding is hier te lande in de heraldiek bewaard gebleven en wordt bij het tekenen van het wapen (Diksmuids) nog steeds toegepast.
  • Een wapenschild wordt gedwarsbalkt genoemd wanneer het verdeeld is in vier, zes of acht gelijke delen of stroken (Het volkse Diksmuide had daar vroeger minder problemen mee en noemde de goudgele strookjes op het schild sneetjes "bru", een typische lekkernij van de streek, gemaakt van meel of boekweit, suiker, water of melk. De strookjes werden ook wel eens vergeleken met plakjes Diksmuidse boter.) afwisselend van metaal en van kleur. Op ons schild gaat het duidelijk om stroken.
  • Goud (geel) verwijst naar het metaal waarvan oorspronkelijk het wapenschild gemaakt of waarmee het bedekt was.
  • Lazuur (blauw) wijst naar de vier blauwe stroken of balken waarmee het gouden schild als herkenningsteken beschilderd was.

Samengevat bestaat heraldisch het Diksmuidse blazoen uit een gouden schild beschilderd met vier horizontale blauwe stroken.

  • Een stedekroon topt (bekroont) het schild. Die kroon werd er pas na de fusie van de gemeenten (1-1-1977) aan toegevoegd, maar is eigenlijk niet noodzakelijk. Voorheen betrof het een burggravenkroon. (Vorsten verleenden soms kronen aan steden. Daardoor waren die steden gemachtigd hun schild met een kroon te "toppen" of te "bekronen" en mochten ze de titel van gekroonde stad dragen. Voor onze stad was dit de rangkroon van de Heer van de Heerlijkheid van Diksmuide, een burggravenkroon dus. Nergens komt het gekleurde wapenschild van Diksmuide mooier tot zijn recht dan op de sublieme gevel van het Brugse stadhuis. Het prijkt er tussen 23 schilden van de subalterne of onderhavige steden van het Brugse Vrije die in vroegere eeuwen bij juridische geschillen in Brugge "te hoofde" om raad of uitsluitsel kwamen.)

De geschilderde figuren (stukken of herautstekens) die op schilden voorkomen, waren oorspronkelijk herkenningstekens. De perfectionering van de uitrusting van de 11e-eeuwse krijgsman (ridder) van kop tot teen in maliënkolder en helm gehuld, belette elke herkenning. Vandaar de noodzaak om op schild, tuniek of schabrak van het paard een permanent merkteken aan te brengen. In de 12e eeuw evolueerde dit tot een erfelijk en blijvend symbool van de ridderfamilies. Zo ontstond het familiewapen.
Vanaf de 13e eeuw drong dit gebruik door tot in de niet-adellijke kringen en zelfs tot in de gemeentebesturen.
Door de evolutie van de bewapening (vuurwapens) verdween de doelmatigheid van het schild en de maliënkolder. Het embleem bleef een "papieren" bestaan leiden in wetenschap en kunst de zgn. heraldiek of wapenkunde.