Bruikleen aan BEAUFORT03 (28.03.2009-04.10.2009)
Kunstmuseum aan zee - Oostende
Vanaf 28 maart heeft de derde editie plaats van BEAUFORT, de Triënnale voor hedendaagse kunst in de publieke ruimte. Aan de tentoonstelling langsheen de Belgische kust, wordt voor de eerste keer een omvangrijke historische binnententoonstelling in het nieuwe Kunstmuseum aan zee in Oostende gekoppeld.
Voor de binnententoonstelling BEAUFORT03 heeft de Stad Diksmuide een kunstwerk ter beschikking gesteld. Het werk ‘De Belgische Madelon uit Bachten de Kupe’ uit de stadscollectie is van de hand van Achille Van Sassenbrouck (Brugge 1886- Gent 1979). Op dit kleurrijk olieverfschilderij zien we een jong meisje (Madelon) die drie Belgische militairen van koffie voorziet. Dit kunstwerk werd wellicht vervaardigd in De Panne op 21 april 1918. De Stad Diksmuide beschikt sedert 1994 over een uitgebreide oeuvre (30 stuks) van de kunstschilder Van Sassenbrouck. Deze kunstwerken werden aan de Stad geschonken door het heemkundig museum Sincfala uit Knokke-Heist. Het werk de ‘Belgische Madelon’ was reeds eerder te zien op de overzichtstentoonstelling Le Combat : Hedendaagse kunstenaars en (front)schilders uit WOI op de Marialoopkouter in Meulebeke (najaar 2008).
Omdat hij bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog de leeftijdsgrens voorbij is, neemt Achiel Van Sassenbrouck in 1914 als vrijwilliger dienst bij het leger. Hij raakt in 1915 bij Kaaskerke zwaar gewond en verliest aan één oog bijna volledig zicht. Daarop wordt hij ondergebracht in Port-Villez (Frankrijk) waar hij les geeft aan oorlogsinvaliden en ook kennis maakt met Claude Monet. In 1916 neemt hij deel aan het Salon van de Belgische Standaard. Hij wordt in 1917 opgenomen in de Section Artistique en toont zijn werk in hun Salon du Printemps. Hij krijgt in 1918 een individuele tentoonstelling in De Panne. Zijn oorlogstaferelen zijn opvallend kleurrijk.
De data van de beide tentoonstellingen zijn vanaf 28 maart tot en met 4 oktober 2009. Geschiedenis en erfgoed zullen zowel de dertig kunstwerken in de publiek ruimte, en geproduceerd door de vzw KU(N)ST, als in de binnententoonstelling de rode draad vormen. Er wordt een selectie gebracht van kunstenaars die zich tussen 1830 en 1956 door de kust en de zee hebben laten inspireren. Naast beeldende kunstenaars zal ook de aandacht worden gevestigd op de verbinding met architectuur, literatuur en muziek. 1830 markeert heb begin van onze nationale geschiedenis en in 1956 wordt de autosnelweg Brussel – Oostende in gebruik genomen, waarna een nieuwe kust en vorm van toerisme ontstaat. Beide data vormen een relatieve afbakening. De selectie van de werken voor de binnententoonstelling wordt gevestigd op Henri Permeke, het impressionisme van Theo Van Rysselberghe en mecenas Van Cutsum, de bloeiende époque rond de eeuwwisseling, en vervolgens de soldatenkunstenaars in de Eerste Wereldoorlog met de schilderskelder in Oostende en l’Océan in De Panne, de uitgeweken Joodse schrijvers in de jaren twintig en de vakanties van de surrealisten, alsook de Animisten en de Jeune Peinture aan de Belgische kust.