naar inhoud
Logo Diksmuide

Milieustakingsrechter verplicht Compovit om chemische luchtwasser te plaatsen

23 nov
Het eindvonnis van de milieustakingsrechter in het dossier Compovit is bekend. Na eerder te hebben vastgesteld in een tussenvonnis dat Compovit voor overmatige geurhinder zorgt, legt de milieustakingsrechter van Veurne in het eindvonnis een voorlopige maatregel op.

Die voorlopige maatregel is in afwachting van de beslissing over de omgevingsvergunningsaanvraag die Compovit heeft ingediend en die thans wordt behandeld door de minister.

En dit is de motivering van het eindvonnis van 9 november 2022:

 

‘Er werd in het kader van de verzoeningspoging tussen partijen (zoals voorzien in het kader van de milieustakingsvordering) door verweerster een tijdelijke oplossing voorgesteld om de geurhinder te beperken in afwachting van de definitieve realisatie van het biobed en het laadsas.

Deze oplossing bestaat erin om de laatste, biologische luchtwastrap van de bestaande luchtbehandelingsinstallatie om te bouwen tot een chemische luchtwastrap. Deze chemische luchtwastrap zou de aanwezige geurcomponenten met een nog hogere efficiëntie verwijderen.

Een door verweerster aangestelde deskundige voor lucht en geur heeft bevestigd dat de luchtbehandelingsinstallatie na deze aanpassing naar alle verwachting hogere rendementen inzake geurverwijdering zal halen dan de huidige configuratie. 

Hierdoor zou de geurhinder significant moeten afnemen.

(…)

 

Overeenkomstig artikel 1 lid 2 van de Milieustakingswet kan de milieustakingsrechter wanneer hij oordeelt dat er sprake is van een kennelijke inbreuk op de milieuwetgeving of dat er een ernstige dreiging voor zo’n inbreuk bestaat, maatregelen opleggen ter preventie van de uitvoering ervan of ter voorkoming van (verdere) schade aan het leefmilieu.

De rechtbank beschikt over een zekere beleidsvrijheid bij het bepalen van maatregelen en de mogelijkheid om in de belangenafweging rekening te houden met economische en sociale motieven.

 

Gelet op de verleende omgevingsvergunning door de deputatie, bij gebreke aan kennisname van de motieven van de twee partijen die beroep hebben aangetekend tegen deze beslissing van de deputatie en gelet op het akkoord van verweerster in ondergeschikte orde, acht de rechtbank op heden het verbieden van de verdere exploitatie van verweerster tot op het ogenblik dat er een definitief uitvoerbare en uitgevoerde omgevingsvergunning wordt verleend, te verregaand en disproportioneel, te meer er een tijdelijke en tussentijdse maatregel bestaat om de geurhinder nog verder beduidend te beperken.

De rechtbank acht volgende maatregel, gelet op het standpunt van partijen in afwachting van de beslissing in de beroepsprocedure, passend, met name dient verweerster binnen de maand na het tussen te komen vonnis, de laatste, biologische luchtwastrap van de bestaande luchtbehandelingsinstallatie om te bouwen tot een chemische luchtwastrap die gebruikt blijft tot de tenuitvoerlegging van de geurbeperkende maatregelen die het voorwerp uitmaken van de omgevingsvergunningsaanvraag, met name het plaatsen van een biobed en laadsas’. 

Het college van burgemeester en schepenen reageert positief:

‘We zijn blij dat de rechter de ernst van de geurproblematiek onderkent én een oplossing afdwingt op korte termijn. We hebben onze advocaat de instructie gegeven om onmiddellijk contact op te nemen met de raadsman van Compovit, zodat de chemische luchtwasser er snel komt. Compovit liet reeds weten te berusten en uitvoering te geven aan het vonnis. Onze hoop is dat met deze chemische luchtwasser de ergste geurhinder wordt opgelost en dat de minister snel uitspraak doet over de vergunningsaanvraag van Compovit, zodanig dat we niet te lang moeten wachten op een definitieve oplossing.’

Nieuwsoverzicht